Jan Schuitemaker gaat na een lang en werkzaam beroepsleven minder werken!

Jan Schuitemaker gaat na een lang en werkzaam beroepsleven minder werken!

Op 11 juni j.l. werd Jan Schuitemaker , aannemer in Oldeberkoop, hoeder van een geit, 5 kippen en een haan, 65 jaar. Reden om terug te kijken op een bewogen beroepsleven. Reden voor Jan om minder te gaan werken en ook zo nu en dan wat tijd te nemen om zich te verdiepen in een manier om zijn welverdiende AOW te spenderen.

Ik vind Jan in zijn werkplaats aan de Molenhoek, een prachtige plek, waar de verschillende soorten hout, de robuuste werkbanken, de planken muren, de prachtige lichtinval, de geur van verf, de spijkerkasten en de zaagmachines een sfeer scheppen, die doet denken aan vroegere jaren toen nog niet alles glad, glimmend en onpersoonlijk was. Zo ook het leven dat Jan schetst tijdens mijn gesprek met hem. Dit leven is alles behalve gewoon. Jan is, ondanks zijn 65 jaar, nog steeds jong van geest, wars van plichtplegingen, vrijbuiter en bovenal levensgenieter.

Jan werd geboren in een Oldeberkoops gezin . Vader was aannemer en moeder verpleegster. Ze leerden elkaar kennen gedurende de oorlog. Jans vader werd door zijn ouders naar Frederiksoord gestuurd voor het ophalen van een pakket bij de familie van zijn toekomstige vrouw. Na het uitwisselen van pakketten bracht hij op een avond het meisje terug op de fiets en zo is het gekomen, vertelt Jan. “Zulke dingen gebeuren”.

Zijn ouders kregen drie kinderen en hadden een goed leven in Oldeberkoop. Jan ontpopte zich al vroeg tot een prima timmerman. Hij keek het vak af bij zijn vader in de werkplaats en beweerde toen hij vier werd, dat zijn vader het vak niet beheerste. Hij wilde het wel over nemen en startte zijn belofte met een werkstuk voor zijn buurmeisje. Dat werd het begin van een lichte strijd in het werk tussen hem en zijn vader. Een strijd die voort duurde tot Jan zich als zelfstandig timmerman en aannemer vestigde in zijn huidige werkplaats.

Oldeberkoop was in die tijd een levendig dorp. Jan zat op de kleuterschool met andere bekende Oldeberkopers, zoals Jan Henk Veenhouwer, Hans Brandsma en Karst Berkenbosch, die een jaar onder hem zat. Het leven van een kleuter in Oldeberkoop was dat wat elke moeder zijn kind wenst. Hutten bouwen, met hoepels van staal spelen, knikkeren, aan fietsen prutsen en met zijn vader een maal in de week naar de scheerbaas en de meest opwindende gebeurtenis uit een jaar….vechten met de rot jongens uit het dorp van de witte hand op een speciaal voor deze gelegenheid uitgezochte plek op de heide. Het vechten was echter zo ongewoon voor de vredige Oldeberkopertjes, dat na de eerst uitgedeelde slag wederzijds besloten werd het vechten te staken, elkaar de hand te reiken en samen grappen vertellend terug te lopen naar het dorp, waar de moeders de limonade klaar hadden staan. Jan herinnert zich deze gelegenheid nog goed, was blij met de wending omdat hij nu eenmaal een vredige aanleg heeft.

In die tijd had Oldeberkoop nog 5 bakkers, meerdere slagers en meerdere aannemers. De Geitefok was toen al actief en het was logisch geweest dat Jan op een of andere dag lid was geworden van deze club, ware het niet dat er op een dag besloten werd in de organisatie van de Geitefok dat er te veel aanmeldingen waren en men de toevoer van nieuwe vrijgezellen een halt moest toeroepen. Degenen die Jan kennen weten dat hij later zijn eigen geitenfok in Frankrijk maakte.

Jan ging naar de ambacht school in Noordwolde en vanaf zijn zestiende, na het afrondenvan zijn school werkte hij voor zijn vader. De vader van Jan was echter geen prater en Jan mistte het overleg, waardoor hij al snel besloot voor zichzelf te gaan werken. Hij werkte aan grote projecten in het dorp en kocht zijn ouderlijk huis in de jaren tachtig voor zichzelf en verbouwde dat. Hij bouwde aan de boerderij van Bruno Greve, wat tot een van zijn leukste opdrachten uit groeide. Het werd een geweldige tijd. Het werk in de jaren zeventig lag op straat. Er was zoveel werk, dat er altijd mensen te kort waren totdat in de jaren tachtig de crisis uit brak en de bouw in Friesland, nog meer dan in andere delen van het land, volledig in het slob raakte. Jan bleef echter altijd aan het werk, had verschillende malen verkering, kreeg een enorme vriendenkring in Oldeberkoop en omstreken, had graag een leuke vrouw ontmoet maar de ware kwam niet op zijn pad. “Zulke dingen gebeuren nou een keer”.

Tot op een dag Jaap Hagens van het bedrijf Exoterra Jan voorstelde mee te gaan naar Frankrijk en daar vond hij een liefde, zij het niet in de vorm van een vrouw, die tot op de dag van vandaag bij hem bleef. Een huis op een pracht stuk grond, met meertjes in de buurt, gelegen dicht bij mooie bossen en natuur en…….heel belangrijk: heerlijke wijn van de Moezel. Dit zou de plek worden waar Jans vrienden uit Oldeberkoop, soms met 30 man tegelijk, samen bouwden, lachten, plezier maakten, aten en dronken en zongen. Samen met Richard, Laurent en Vincent Twint en Bruno Greve en een groot aantal jeugdigen uit Oldeberkoop bracht Jan de laatste jaren van zijn carrière door in dit prachtige stukje Frankrijk. Zo kon hij langzaam wennen aan het los laten van zijn werk in Friesland en kan hij nu ook met plezier zijn andere hobby’s oppakken.

Want naast zijn werk als aannemer, dat hij nooit helemaal zal laten gaan, leerde ik Jan kennen als iemand die niet alleen graag jonge mensen om zich heen verzamelt maar ook alles wat hem voor de voeten komt aan leuke dingen met beide handen aanpakt. Zo leerde hij koken van Djurre Veensma in de kookworkshop van Djurre. Hij ontdekte dat hij kan zingen en stortte zich onmiddellijk met grote passie in een gospelkoor en daarna in het popkoor, waar hij nog steeds zingt. Zodra hij hoorde van een tangoworkshop meldde hij zich aan en elke wereldreis die hij maar kon maken maakte hij. Soms met vrienden, soms alleen.

Maar de werkelijke Jan leren we waarschijnlijk beter kennen door de verhalen van zijn talloze vrienden. Die laten we de volgende keer aan het woord. Daar zijn er bij, die praten je de oren van het hoofd en die weten veel meer te vertellen over Jan dan hij zelf. Want Jan zelf blijft de bescheiden man, die door iedereen geliefd is maar het liefst de dingen die hij meemaakte af doet met de uitdrukking:” Jaja……zulke dingen gebeuren.”

Tekst: Mara Eijsbouts